Denk je aan Indian Motorcycle, dan denk je aan een van de twee grote Amerikaanse motormerken, naast Harley-Davidson. Beiden bieden traditionele Big twin cruisers aan sinds mensenheugenis. Maar wat als Indian zeg maar met een vier-in-lijn blok de Japanse weg zou hebben bewandeld? De waarheid is dat ze dat al gedaan hebben.
Nadat William Henderson zijn gelijknamige bedrijf aan Excelsior had verkocht, begon hij voor zichzelf en richtte de Ace Motor Corporation op. Hij ontwierp een nieuw viercilinderblok, dat niet te veel mocht lijken op het blok dat hij samen met het bedrijf en de patenten zojuist aan Excelsior had verkocht. Het resultaat was een van de snelste motorfietsen op de markt, zoals bewezen werd door Erwin ‘Cannonball’ Baker. Die reed in 1922 een snelheidsrecord over land op een motorfiets. Helaas overleed Henderson later dat jaar. Het bedrijf kwakkelde met zijn verlies en werd uiteindelijk in 1926 verkocht aan Indian. Het resultaat was de Indian Ace, Hendersons viercilinder die onder de naam Indian werd verkocht.
Upside-down-blok
Indian was nog maar net begonnen. Het ontwikkelde de viercilinder verder met de voormalige Henderson ontwerper Arthur Lemon, die de motor het beste kende. Naarmate het ontwerp zich verder ontwikkelde dan de oorspronkelijke Ace, werd die naam geschrapt en werd het model bekend als de Indian Four. Een van de innovaties die werd geïntroduceerd in dit 1936-model, was het ‘upside-down’ blok. Deze variant trok lucht aan via de carburateur aan de onderzijde van de kop en blies het er aan de bovenkant weer uit, het tegenovergestelde van hoe de meeste motoren werken. De Indian doet trouwens niet een scrambler na, met z’n hoog-liggende uitlaat. Dit is de meest logische plaats voor een uitlaat waarmee dit type blok z’n uitlaatgassen kwijtraakt.
Indian presenteert de FTR-line-up voor 2021
Helaas kwam de hete uitlaat hierdoor te dicht bij de nogal gevoelige lichaamsdelen van de berijder, wat voor een oncomfortabele rit zorgde. Dit, plus een uitlaatkleppenstelsel dat veel onderhoud vergde, maakte de motor minder populair dan zijn voorgangers, ondanks een merkbare toename van het vermogen in het nieuwe ontwerp. Het model van 1938 ging terug naar het traditionele downdraft-ontwerp, waardoor modellen met de upside-down motor vrij zeldzaam zijn. Indian bleef de Four ontwikkelen tot de Tweede Wereldoorlog, toen werd overgeschakeld op militaire productie. Na de oorlog kwam de Four nooit meer terug.
Deze Indian Four uit 1936 is waarschijnlijk een van de best overgebleven voorbeelden van het upside-down-model. Hij werd gerestaureerd door Peter Bollenbach, die bekend stond om zijn uitmuntende restauraties van klassieke Indian motorfietsen. De motor ziet eruit alsof-ie net uit de showroom komt. De Indkan wordt eind april geveild bij Mecum. Er is op dit moment nog geen bod bekend, maar verwacht dat het bod hoog zal zijn.