De jaren ’80 kenmerkten zich door een golf van technologische innovatie in de motorwereld, geïnspireerd door de successen van turbotechnologie in de autosport. De Japanse fabrikanten waren de eersten die deze technologie op grote schaal naar motorfietsen vertaalden. Yamaha brak in 1981 het ijs met de XJ650 Turbo, snel gevolgd door Honda’s CX500 en CX650 Turbo, Suzuki’s XN85 en Kawasaki’s GPz750 Turbo.
Ducati’s nieuwe lichtgewicht V2 motorblok
Deze eerste generatie turbo motorfietsen kampte echter met aanzienlijke uitdagingen. Het grootste probleem was de beruchte ’turbo lag’ – de vertraging tussen het moment waarop de gashendel werd opengedraaid en de daadwerkelijke vermogenstoename. Dit werd veroorzaakt door de beperkingen van de toenmalige technologie: er waren nog geen turbines met variabele geometrie of geavanceerde elektronische injectiesystemen. In plaats daarvan moesten deze motoren het doen met mechanische injectiesystemen of carburateurs, die niet ideaal waren voor de beheersing van een turbo.
Ondanks deze technische beperkingen hebben deze vroege turbo motorfietsen een legendarische status verworven en de weg geplaveid voor de geavanceerde turbo motorfietsen van vandaag.

Een droomproject: Moto Morini 500 Turbo
Terwijl de Japanse fabrikanten de markt veroverden, werkte men ook in Italië aan turbotechnologie. Een bijzonder intrigerend verhaal betreft de Moto Morini 500 Turbo, een prototype ontworpen door de getalenteerde ingenieur Franco Lambertini. Deze motorfiets was uitgerust met een 72° V-twin motor van 479 cc met een turbocompressor die ongeveer 70 pk moest leveren.
Lambertini had een systeem ontwikkeld om de turbo lag te verminderen en de motor beter bestuurbaar te maken. Helaas bevond Moto Morini zich in financiële moeilijkheden, waardoor dit veelbelovende project nooit in productie ging. De 500 Turbo blijft een symbool van wat had kunnen zijn.
De iconische turbomotorfietsen door de jaren heen
Diverse opmerkelijke turbomotorfietsen hebben hun stempel gedrukt op de geschiedenis van de motorwereld:
- De Yamaha XJ650 Turbo (1982) was de eerste Japanse turbomotorfiets in productie, uitgerust met een Mitsubishi turbo die 90 pk leverde uit een 653cc-motor.
- De Honda CX500 Turbo (1982) was Honda’s eerste turbomachine met een innovatieve V-twin motor van 497 cc, goed voor 82 pk.
- De Kawasaki GPz750 Turbo (1983) werd beschouwd als de meest sportieve optie met 112 pk uit een 738 cc motor.
- De moderne Kawasaki Ninja H2R (2015) vertegenwoordigt met zijn centrifugaalcompressor en 326 pk uit een 998 cc motor het huidige hoogtepunt van turbo-/supercherged technologie.
Andere noemenswaardige modellen zijn de Suzuki XN85, de Kawasaki Z1R-TC, de Icon Sheene en de Vyrus 987 C3 4V Supercharged – elk met zijn eigen unieke benadering van turbotechnologie.
Moderne elektronica overwint oude problemen
Aan het einde van de jaren ’80 verdwenen turbo motorfietsen grotendeels van de markt. De hoge kosten, mechanische complexiteit, betrouwbaarheidsproblemen en vooral de moeilijk te beheersen vermogensafgifte maakten deze motoren minder aantrekkelijk voor de gemiddelde rijder.
De afgelopen jaren lieten een opleving van turbo- en compressortechnologie in de auto-industrie zien, voornamelijk dankzij de enorme vooruitgang in elektronica. Moderne motormanagement-systemen, geavanceerde injectiesystemen en turbines met variabele geometrie hebben het probleem van turbo lag drastisch verminderd en maken de vermogensafgifte veel voorspelbaarder en beter beheersbaar. In de motorwereld is de Kawasaki Ninja H2 pleitbezorger van de moderne turbo.
Het bericht De evolutie van turbotechnologie met 9 lekkere turbo’s én een onbekende! verscheen eerst op Motor.NL.